Informatie en gebruiksinstructies voor de oefentol, balanstol, balansbord
Een aantal instructies alvorens de oefentol, balansbord te gebruiken:
De oefentol mag met maximaal 120 kg worden belast.
Hij dient gebruikt te worden op een vlakke en stevige ondergrond welke niet te glad mag zijn (bijvoorbeeld bij tegels bestaat het gevaar van wegglijden).
Leg de oefentol op een dusdanige plek dat u zich bij bepaalde omstandigheden kunt vasthouden aan een wand, een deur of een tafel.
Let erop dat de oefentol niet gebruikt wordt dichtbij voorwerpen waar men zich aan kan bezeren.
Gebruik de oefentol met blote voeten of met schoenen met een goede grip.
Mogelijke oefeningen met de oefentol, balansbord
Ga rechtop staan met beide voeten op de oefentol. Kijk recht vooruit en balanceer met de oefentol.
Als u zich zeker voelt, probeer dan met één been op de oefentol te gaan staan. Oefen zowel met het linker als met het rechter been.
Met gesloten ogen wordt alles veel moeilijker! Probeer dit uit zodra u minstens 15 seconden veilig op één been op de oefentol kunt staan!
Ga met beide voeten op de oefentol staan. Maak kleine kniebuigingen. Zorg ervoor dat uw knieën niet buiten de punt van uw tenen uitsteken als u uw knieën buigt.
Ga met beide voeten op de oefentol staan. Druk u omhoog tot u op uw tenen staat. Als u uw enkelgewrichten goed kunt stabiliseren, probeer het dan met één been.
Ga op de oefentol staan met beide voeten of op één voet, afhankelijk hoe zeker u zich voelt op de oefentol. Probeer u zelf uit balans te krijgen door uw armen zo snel mogelijk aan de zijkant naast het lichaam heen- en terug te bewegen.
Indien u met z’n tweeën wilt oefenen en twee oefentollen heeft, ga dan tegenover elkaar staan met een afstand van ca. ½ meter en probeer uw tegenstander door deze licht aan te stoten uit balans te brengen. Of werp elkaar een bal toe… Fantasie kent geen grenzen. Probeer dat waarin u plezier heeft.
Wat is het nut van het oefenen op de oefentol?
De oefentol is het ideale trainingsmiddel om op een veelvoudige manier de coördinatie, het evenwicht en de reactie te verbeteren. Maar waarvoor dienen deze functies eigenlijk?
Iedere vorm van bewegen vraagt een continue aanpassing van het evenwicht. De sturing gaat onbewust, snel en bijna automatisch.
Sensoren, voelers in het lichaam, geven continue in een fractie van een seconde informatie over de houding en beweging van het lichaam of een lichaamsdeel, aan de hersenen door. Het centrale zenuwstelsel evalueert die informatie en geeft bewegingsopdrachten aan de betreffende spieren om de gewrichten te beveiligen, de beweging te coördineren en het evenwicht te behouden.
Des te groter en veelvuldig de bewegingservaring van het lichaam is, zo veel te beter is hij in staat om snel op plotselinge houding- en bewegingsveranderingen (b.v. struikelen, uitglijden) te reageren.
Vandaag de dag heeft de mens in beroep en vrije tijd slechts weinig bewegingservaring alleen al doordat trottoirs en wandelwegen vlak en glad zijn. Het staan op de wankele oefentol stelt nieuwe of weinig bekende eisen aan het systeem van de houding- en bewegingssturing. Door de nieuwe bewegingservaringen worden evenwicht, coördinatie en reactie getraind.
Doel van het oefenen op de tol is om door herhaling van de oefeningen nieuwe bewegingen als het ware te programmeren. De activering van de spieren welke voor een rechte lichaamshouding noodzakelijk zijn, verloopt sneller en meer automatisch. De bewegingsveiligheid in het leven van alle dag en bij verschillende sporten wordt verhoogd.
Bovendien worden door het instabiele staan op de oefentol, de voetspieren versterkt.
Voorwaarden voor gebruik van de oefentol:
Aan navolgende minimale vereisten voor de evenwichtstraining dient u te voldoen: uw evenwichtsorganen moeten in orde zijn, bovendien moet u in staat zijn op een vlakke ondergrond ook rustig op één been te kunnen staan. Het vermogen om de gewrichten te stabiliseren kan bijvoorbeeld na letsel aan de gewrichtsbanden beperkt zijn.
Doet u daarom navolgende test: Ga op de vlakke grond op één been staan. Blijf zo 15 seconden staan en herhaal de oefening met het andere been. Als u op beide benen 15 seconden kunt staan, zonder het speelbeen of de handen ter ondersteuning te gebruiken, kunt u alle oefeningen met geopende ogen doen. Ga op een vlakke ondergrond staan. Sluit de ogen en blijf zo 15 seconden staan. Herhaal deze oefening met het andere been. Als u weer op ieder been 15 seconden kunt blijven staan, zonder speelbeen of de handen ter ondersteuning te gebruiken, kunt u alle oefeningen met gesloten ogen proberen te doen.
Als u bij deze testen problemen had, dient u eerst oefeningen op één been op een vlakke ondergrond zonder oefentol te doen. Als volgende moeilijkheid probeert u, op een zachte ondergrond (kussen of deken) rustig op één been te staan. Daarna kunt u de oefentol op een vlakke ondergrond gebruiken, waarbij u deze met de vlakke kant op de grond legt en op één been oefent op de ronde kant. Ook allerlei balanceeroefeningen op een lijn op de grond of in kleine vakken trainen uw evenwicht. Nadat uw evenwichtsvermogen verbeterd is, begin dan met eenvoudige oefeningen op de labiele oefentol (de ronde kant heeft contact met de bodem). Doet u de oefeningen op de oefentol niet bij pijn of in vermoeide toestand.